Onze Alfred is hier weer aan het werk geweest. Juist ja: Hitchcock. Wist hij met ‘Dial M for Murder’ ons zo’n honderd en vijf minuten lang te boeien met maar één !!! film locatie: een woonkamer, hier doet hij dit in een vergelijkbare setting nog eens dunnetjes over. Alleen heeft deze kamer ook een zeer interessant uitzicht.
Grote namen als James Steward en Grace Kelly doen mee aan deze film. Steward’s personage Jeff Jeffries is een beroemde fotograaf die zijn been heeft gebroken en aan de rolstoel gekluisterd zit. De hele dag heeft hij niets anders te doen dan een beetje uit zijn raam kijken. Hij heeft uitzicht op een binnenplaats van een woningblok en heeft goed uitzicht op wat de bewoners allemaal uitspoken. Iedere bewoner heeft een verhaal en dat maakt dat je enige betrokkenheid gaat voelen bij het buurtje. De film weet bij mij veel sympathie te kweken.
Rear Window is een film om voor te smelten. Als is het alleen maar voor Grace Kelly. Gratie had ze zeker. Parels worden door oesters speciaal voor haar gemaakt en diamant is een stof speciaal door de natuur voor haar ontworpen. Het kan gewoon niet anders.
Maar naast Grace Kelly is er gelukkig ook nog een leuk verhaal met aardige personages waar men zich aan kan vergapen.
Vele bewoners hebben allemaal een eigen verhaaltje wat de film zo interessant maakt. Maar Steward verdient hier ook een grote pluim met zijn chagrijnige en sarcastische opmerkingen. Niet alleen is het samenspel met Kelly een genot om naar te kijken, ook de dialogen met Stella, zijn verzorgster zijn vaak amusant en stemmen tot tevredenheid.
Het verhaal spint zich verder uit rond iets duisters dat één van de bewoners heeft uitgespookt, wat de film een zeer leuk verhaal geeft, maar dat is niet het belangrijkste van de film. Deze film gaat voor een deel over voyeurisme en zijn wij filmkijkers niet allemaal gewoon voyeurs? Kijk deze film en koester dit juweeltje.
De camera zweeft door het raam langzaam langs het hoofd van Jefferson, het zweet op zijn hoofd laat zien dat het buitengewoon warm moet zijn. Wie is deze man?
De camera zwenkt verder over een zijn gipsen been, een kapotte camera, een prachtige actiefoto en we weten waarom hij daar in die rolstoel zit. Als laatste rust de camera op de cover van een tijdsschrift met onze Lisa (Kelly).
Het gesprek met zijn agent van het tijdsschrift waarvoor hij werkt is al een traktatie op zich, met heerlijk chagrijnig maar intelligent commentaar van Jeff op zijn situatie.
L.B. "Jeff" Jefferies: If you don’t pull me out of this swamp of boredom, I might do something drastic.
Magazine agent: Like what?
L.B. "Jeff" Jefferies: Like what I’m going to get married so I won’t be able to go anywhere.
Magazine agent: It’s about time you get married, or you’ll turn into a lonesome and bitter old man.
L.B. "Jeff" Jefferies: You should see me, rushing home to a hot apartment to listen to the automatic laundry and electric dishwasher and de garbage disposal and a nagging wife.
Magazine agent: Wife’s don’t nag anymore, they discuss…
L.B. "Jeff" Jefferies: Maybe in de High Red district they discuss but in my neighbourhood they still nag.
Dit soort van die sarcastische en tikje cynische maar lieve dialogen maken deze film tot een genot. Let ook op die flauwe dingetjes die altijd in Hitchcocks films zitten, zoals dat geklooi van Jeff met dat stokje om zichzelf te krabben.
Stella verdient in deze film ook een prijs omdat ze in haar commentaar er geen doekjes om windt en dat levert zo nu en dan wel een glimlach op. Met name de dialoog tussen Jeff en haar in het begin van de film is genieten.
Maar dan Lisa en Jeff (Kelly en Steward). Allebei zijn ze zeer succesvol in hun vak, maar ook elkaars tegenpolen. Ik zie echter ook schaamte bij Stewards personage. Hij voelt zich eigenlijk nietig naast haar, een gevoel dat hij haar niet verdiend. Haar onverdeelde toewijding tot hem, terwijl hij (impotent) in het gips zit geeft hem een schuldgevoel: hij kan niets terug doen. Haar perfectie benadrukt zijn zwakheden. Een gevoel dat naar mijn smaak zeer begrijpelijk is en wat de film dat extra laagje geeft.
Alles wat we van de buren zien is zonder uitleg, zonder tekst. Pure cinematografie. We zien de pianospeler wiens vrienden niets om de muziek zelf geven maar meer zien als leuk decor voor feestjes. We zien een eenzame vrouw opzoek naar gezelschap. We zien een pas getrouwd stel. Een man wiens vrouw altijd ziek op bed zit en stennis schopt. We zien een ballerina die met foute mannen omgaat en alleen is.
Al deze verhaaltjes maken een progressie door, maar de leukste en liefste is wel de samenkomst tussen de eenzame vrouw, die van haar zelfmoord afziet door het mooie spel van de pianist en hem opzoekt. De pianist ziet in haar eindelijk iemand die echt iets om zijn muziek geeft. Soap ten top maar wel sympathiek.
Maar de zaken omtrent de vermeende moord bieden ook voldoende vertier. Eerst met verrekijker maar vervolgens met telelens gluurt Jeff bij een buurman naar binnen om uit te zoeken wat er aan de hand is.
”Give me that portable keyhole,” zegt Stella op een bepaald punt in de film. Een mooie metafoor voor het gegluur. Zijn ze eerst allemaal nog sceptisch, de vrouwen zijn vrij snel overtuigd dat er echt wat aan de hand is. In tegenstelling tot zijn vriend Lieutenant Thomas J. Doyle die buitengewoon sceptisch is en Jeff niet serieus neemt.
Met zijn drieën gaan ze echter op onderzoek uit. We zien inderdaad allemaal vreemde zaken, maar geen bewijs. Doyle zorgt voor twijfel, maar er is genoeg reden om aan te nemen dat er iets mis is. De vrouwen leveren als ervaringsdeskundigen wat interessante informatie aan die de theorie dat de man zijn vrouw heeft omgebracht alleen maar sterkt.
Het moment dat Jeff zich verspreekt aan de telefoon levert een aardige schrikreactie op die meteen de film in een versnelling gooit. Het geklooi met de flitslampjes is een idioot maar leuk moment en houdt de spanning er in. Het einde is ironisch, nu met twee benen in het gips en nog eens zes weken thuis.
Een film om bij weg te dromen en eeuwig te koesteren.