Omdat momenteel een vriend werkzaam is in Zeeland vond ik het wel aardig dat uitgerekend deze week de Nederlandse film “Wilde Mossels” op televisie verscheen. Zelf ben ik nog nooit in de provincie Zeeland geweest en in psychologisch opzicht ligt deze provincie verder weg dan New York maar juist daarom trok het verhaal mijn aandacht. Volgens die vriend is het land wel mooi, maar kan hij zich voorstellen dat jongeren staan te popelen om hier uit de verveling weg te vluchten.
Dat is precies waar Wilde Mossels over gaat. Leendert (Leen), gespeeld door Fedja van Huêt, woont al zijn hele leven in Zeeland. Maar hij wil weg. Hij wil iets anders. Wat dan? Vraagt iedereen, maar dat weet hij niet. De relatie met zijn moeder, zijn vrienden, de herinneringen aan zijn geboortestreek maakt de stap om Zeeland te ontvluchten buitengewoon moeilijk. Durft hij het aan?
Aan de ene kant is de film een Ode aan Zeeland, maar aan de andere kant laat het ook een poort naar de Hel zien. De verveling, het lamlendige, geen toekomst, geen afwisseling. Alleen maar dat werkelijk prachtige en toch ook weer zo saaie Zeelandse landschap.
Tekeer gaan op harde muziek, gedroogde mossels roken als substituut voor wiet, ellenlang zuipen, ja dat zijn zo'n beetje de hoogtepunten in het leven van de karakters. De verveling geldt niet alleen voor Leen, maar eigenlijk voor iedereen die er woont, alleen leggen sommigen zich er bij neer.
Het psychologische aspect van deze film is buitengewoon sterk neergezet, prachtig omlijst met stemmige muziek, sublieme camerakunst en redelijk goed acteerwerk. Verveling is het toverwoord, maar als je zo'n doorleefde kop van zo'n oude Zeeuw ziet, overigens prachtige cinematografie, begrijp je Leen volkomen dat hij 'iets anders' wil.
De film is zwaarmoedig van toon, maar de luchtige kanten contrasteren daarom extra en geven de film zo zijn charme. Met name zijn vriend, de visser, slaat een hoop onzin uit zijn botten.
Deze film zag ik zelf in een periode waarin ik van mening was dat op een enkele film na Nederlandse films met de grootste zorgvuldigheid gemeden diende te worden. Maar deze film heeft mijn mening toch wel ten goede doen keren. Mocht u deze film op televisie gemist hebben, kijk hem alsnog want de film is het echt waard.
Die sleur, die verveling, het totale niets, wordt echt op een zeer goede wijze uitgebeeld in de film. Die sfeer van verveling, de behoefte aan 'iets anders' komt heel sterk naarboven, maar zonder dat de film zelf saai wordt. Met name die prachtige shots van die oude Zeelandse mannen met die verweerde koppen zeggen alles. Met name het shot bij het tankstation op ongeveer driekwart van de film. Leen kijkt naar die oude man en ziet zichzelf over zestig jaar. Zijn aller grootste schrikbeeld.
Natuurlijk is het treffen met de Ier erg lachen. Ierland for Christ sake!. Ierland, sorry mensen, is voor mij zo'n beetje het Zeeland van Engeland. Mijn vooroordelen betreffende Ierland komen overeen met die over Zeeland en daarom wat mij betreft des te hilarischer. Stel nu dat iemand uit Urk eindelijk eens uit die sleur van dat dorp wil en naar Lelystad vertrekt. Net zo absurd.
Leens sidekicks zijn zijn broertje en een visser van zijn leeftijd. Beiden staan voor een aspect van Zeeland. De visser voor de voortzetting van de oude generatie, hij zal blijven en nimmer vertrekken. Hij is al teveel vergroeid. Maar zijn broertje heeft hele andere aspiraties en dromen. Gitaarspelen, conservatorium. Dat is wat hij wil. Hij wil weg uit Zeeland. Hij is van de nieuwe generatie.
Maar Leendert kan niet kiezen. Hij weet niet wat hij wil. Wat anders ja, maar wat precies weet hij niet. Hij zijn band is te sterk met zijn geboorteplaats, ondanks de verstikkende relatie met zijn moeder, die een soort omgekeert oedipuscomplex heeft. De angst voor het 'anders' misschien te groot. Uiteindelijk rest hem dus niets. Geen doel, geen streven, niets om voor te leven. Zijn dood is geen tragisch ongeluk maar een welbewuste keuze.
Wat een prachtige film.